Hoe doe je de tegenwoordige tijd?
In de tegenwoordige tijd wordt bij de tweede persoon enkelvoud (je, jij) en bij de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) altijd een –t toegevoegd aan de ik-vorm. Dit hoeft niet als een werkwoord al eindigt op een –t (het is: hij zit en niet hij zitt). Lees verder »
Hoe maak je de tegenwoordige tijd?
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op verschillende manieren schrijven: alleen de stam van het werkwoord, stam + t of het hele werkwoord. Vaak kun je goed horen hoe je de persoonsvorm moet schrijven. Als de stam op een d eindigt, let dan goed op! Lees verder »
Hoe kan je weten of het d of t is?
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t. Lees verder »
Wat is de tegenwoordige tijd, 10 voorbeelden?
Ze kijken regelmatig televisie. Wij nemen elke ochtend de bus. Het regent elke middag in het warme seizoen. Ze rijden elke zomer naar Monaco. Lees verder »
Wat is een voorbeeld van de tegenwoordige tijd?
De tegenwoordige tijd is een werkwoordstijd die iets zegt over een handeling die nu of in de toekomst plaatsvindt. 'Piet loopt naar de bushalte' is een voorbeeld van een zin die in de tegenwoordige tijd staat. Lees verder »