Hoe bestuur je een vliegtuig op de grond?
De rolroeren en het hoogteroer worden bediend met de stuurknuppel of het yoke. Het vliegtuig beweegt in de richting waarin de knuppel bewogen wordt. Het richtingsroer wordt bediend met pedalen en is vaak gecombineerd aan het neus- of staartwiel voor besturing op de grond. Lees verder »
Hoe wordt een vliegtuig bestuurt?
Een stuurknuppel (Engels : stick) is het bedieningsinstrument waarmee een vliegtuig wordt bestuurd. In zijn oorspronkelijke vorm bestaat de stuurknuppel uit een verticale pook, meestal opgesteld tussen de benen van de piloot. Lees verder »
Hoe moet een vliegtuig landen?
Luchtvaartuigen landen gewoonlijk op een vliegveld op een harde startbaan, ook wel landingsbaan genoemd. Meestal worden deze gemaakt van asfalt, beton, gravel of gras. Er zijn vliegtuigen die speciaal uitgerust zijn om te landen op water, zand, sneeuw of ijs. Lees verder »
Hoe weet een piloot waar hij heen moet?
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden. Lees verder »
Hoe kan het dat een vliegtuig kan opstijgen?
De lucht die langs de vleugels stroomt zorgt voor een lift. De kracht van de lift hangt samen met het vleugeloppervlak en de snelheid waarmee de lucht langs de vleugels stroomt. De oppervlakte/draagkracht van de vleugels worden voor de start verhoogd door het uitschuiven van de flaps en slats aan de vleugels. Lees verder »