Hoe gebruik je hen hun in een zin?

Je gebruikt hun als een meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geef hun nog een kans. Je gebruikt hen als een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geloof hen. Als je twijfelt, kun je in beide gevallen hun en hen vervangen door ze. Lees verder »

Hoe gebruik je hen hun?

Als persoonlijk voornaamwoord kun je “hun” gebruiken wanneer je er een voorzetsel bij kunt bedenken, zoals aan, van of voor. Als er daadwerkelijk een voorzetsel staat, moet je “hen” gebruiken. Let op: “hun” mag je nooit als onderwerp van de zin gebruiken. Lees verder »

Hoe gebruiken die hun?

Als bezittelijk voornaamwoord is hun goed: 'Dit is hun boek', 'Hun huis staat daar. ' Kun je hun vervangen door mijn of zijn (ook bezittelijke voornaamwoorden), dan is hun altijd goed. Als persoonlijk voornaamwoord kun je hen of hun gebruiken als je naar mensen verwijst. Lees verder »

Bron: onzetaal.nl

Wat drijft hen of hun?

De vorm hen is goed na een voorzetsel (met hen) en als lijdend voorwerp ('wij zien hen staan'). Hun wordt gebruikt om bezit uit te drukken (hun auto), en als 'hun' vervangbaar is door een voorzetsel: ik geef hun het boek, hij schonk hun een drankje in, het is hun te ver, de tranen sprongen hun in de ogen. Lees verder »

Gerelateerd aan Hoe gebruik je hen hun in een zin?