Hoe wisselt een trein van spoor?
Een overloopwissel bestaat dus uit twee wissels die elektrisch aan elkaar gekoppeld zijn. Meestal liggen er twee overloopwissels bij elkaar, zodat treinen in beide richtingen van spoor kunnen wisselen. Zo'n dubbel overloopwissel kan zijn uitgevoerd als kruiswissel of als twee overloopwissels na elkaar. Lees verder »
Hoe wisselen treinen van spoor?
Op hoofdsporen worden de wissels meestal centraal bediend, maar op industriesporen moeten de wissels handmatig worden omgelegd, vroeger door de stoker, nu meestal door de machinist. Het witte gewicht zorgt ervoor dat het wissel stevig in de ingestelde stand blijft liggen. Lees verder »
Hoe wisselt een tram van spoor?
Wissels voor de tram worden door de aanrijdende tram zelf bediend door middel van een Vetag (VEhicle TAGging) of Vecom (VEhicle COMmunication) systeem. Onder de tram hangt een transponder die een code doorgeeft aan inductielussen tussen de tramrails. Lees verder »
Hoe werkt een treinspoor?
Een spoor is gemaakt van twee stalen spoorstaven op een vaste afstand van elkaar, de rails. De trein rijdt met zijn wielen precies over die rails heen. Een opstaand randje aan het wiel, de flens, zorgt ervoor dat de wielen er niet af kunnen glijden. De flens raakt de rails zelf niet, alleen in sommige bochten. Lees verder »
Hoe werkt een Engelse wissel?
Bij een Engels wissel liggen vier van de acht tongen binnen de ruit in het midden. Bij een variant op het Engels wissel, het Bäseler wissel, liggen de tongen buiten de ruit, waardoor de bogen ruimer zijn en met hogere snelheden over het wissel gereden kan worden, ook bij afbuigende treinbewegingen. Lees verder »