Wat betekent ik ben het zat?
als predicaat: ergens genoeg van hebben. •: `ik ben het 'zat'!" •in voldoende mate. persoon, individu. Lees verder »
Wat betekent het zat?
zat - Bijvoeglijk naamwoord 1. (informeel) verzadigd, vol, met name van alcoholische drank ♢ Hij was volkomen zat en begon handtastelijk te worden. 2. (informeel) als predicaat met oorzakelijk voorwerp: ergens genoeg van hebbend ♢ Ik ben het zat!. Lees verder »
Wat is de tegenstelling van zat?
I zat bijv. naamw. Uitspraak: [zɑt] dronken Voorbeeld: `met je zatte kop`Antoniem: nuchter Synoniemen: teut, kachel zo zat als een patat (heel erg dronken) II zat pronoun Uitspraak: [zɑt] genoeg Voorbeel. Lees verder »