Wat controleert de trombosedienst?
Bij de controle op de trombosedienst vindt bloedafname plaats. Uit dit bloedmonster wordt in het laboratorium van de trombosedienst de stolling gecontroleerd. Er wordt onderzocht of het antistollingsniveau goed is. Lees verder »
Wat doet een trombose Dienst?
De trombosedienst heeft tot taak u te begeleiden en te controleren. U komt daarom regelmatig bij een prikpost om bloed af te laten nemen, waarvan de stollingstijd (INR) wordt bepaald. Op basis van deze stollingstijd wordt bepaald hoeveel tabletten u moet innemen. Lees verder »
Waar prikt trombosedienst op?
Wanneer de patiënt niet wil of kan zelfmeten en zelfdoseren, dan neemt een medewerker van de trombosedienst bloed af of via een prik in de vinger of uit een ader (vaak uit de arm). In het geval van de vingerprik wordt de INR direct zichtbaar op het apparaat. Het buisje bloed gaat naar een laboratorium. Lees verder »
Hoe vaak naar de trombosedienst?
Hoe vaak controle Als u pas gestart bent met de antistollingsbehandeling zult u 1x per week gecontroleerd moeten worden. Zodra de uitslag van uw stollingstijd (INR) in het streefwaardegebied komt (de voor u geldende streefwaarde vindt u rechtsboven op uw doseringskalender), worden de controles minder frequent. Lees verder »
Hoe hoog moet de INR waarde zijn?
De INR-waarde geeft aan hoe snel het bloed stolt Hoe lager de INR, hoe sneller uw bloed stolt. Er kunnen bloedstolsels ontstaan. Van nature is de INR-waarde 1. Afhankelijk van het soort aandoening waarvoor u antistollingsmedicijnen slikt liggen de streefwaarden in Nederland tussen de 2.0 en de 3.5. Lees verder »