Wat is de betekenis van aanleg?
aanleg - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-leg 1. aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets ♢ Joop heeft aanleg voor wiskunde 2. het maken of bouwen van iets ♢ wie betaalt de aanleg van. Lees verder »
Hoeveel betekenissen heeft de aanleg?
de aanleg zelfst. naamw. (m.) Uitspraak: [ˈanlɛx] 1) keer dat iets wordt aangelegd Voorbeeld: `de aanleg van een spoorweg`Synoniem: bouw 2) aangeboren geschiktheid (voor iets) Voorbeeld: `aanleg voor wiskunde hebb. Lees verder »
Wat betekent het met iemand aanleggen?
Het aanleggen met iemand wil eigenl. zeggen zijne handelingen in overeenstemming brengen met die van een ander, dus gemeene zaak met hem maken, eene betrekking met hem aanknoopen. Lees verder »