Wat is het verleden van praten?

Ik praatte. Jij praatte. Hij, zij, het praatte. Lees verder »

Wat is praten in de verleden tijd?

praten/vervoeging Lees verder »

Hoe zeg je zijn in het verleden tijd?

zijn/vervoeging Lees verder »

Gerelateerd aan Wat is het verleden van praten?