Waar komt het woord karig vandaan?
karig 'schraal, gierig' -> Deens karrig 'schraal, gierig' (uit Nederlands of Nederduits); Noors karrig 'pover, schraal' (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds karg 'schraal, gierig' (uit Nederlands of Nederduits); Berbice-Nederlands kali 'klein'. Lees verder »
Wat betekent karig loon?
bn., bw. (1 te zuinig, schriel; 2 gering, weinig, schraal): 1 hij is karig met zijn lof; 2 een karig loon; karig voedsel; karig bezoldigd. Lees verder »
Waar komt het woord gierig vandaan?
gierig * [inhalig] {gi(e)rich [begerig, gretig, hebzuchtig, vraatzuchtig] 1201-1250} van middelnederlands gier [begerig, gretig, ook geldgierig], oudhoogduits giri [idem], komt van dezelfde stam als geeuwen en betekent eigenlijk 'hijgend naar'. Lees verder »